Doelstellingen
Competenties
Doel van het werken met competenties:
Gedurende de gehele opleiding werkt een student aan de ontwikkeling van zijn / haar competenties. De competentiebeschrijvingen geven richting aan deze ontwikkeling. De (gedrags)criteria kunnen worden gebruikt:
Competenties binnen de minor
Binnen de Minor Financieel Advies en Ondersteuning staan de volgende competenties centraal:
Je werkt gedurende de hele minor aan de ontwikkeling van algemene hbo-competenties.
Doelstelling in relatie tot de hbo-kern kwalificaties
Steeds vaker is er tussen bevolkingsgroepen in de samenleving een kloof te signaleren op het gebied van financiële kennis en vaardigheden. De centrale overheid heeft de laatste jaren steeds vaker de verantwoordelijkheid voor het financieel reilen en zeilen op de burgers zelf afgewenteld. Denk bijvoorbeeld aan de ziektekostenverzekering die nu zelfstandig geregeld dient te worden of het aanvragen van subsidies en toelagen. Steeds meer mensen, en met name de lager geschoolden, ondervinden hierbij in toenemende mate problemen, waardoor zij onverzekerd en met hoge schulden door het leven gaan.
Studenten uit financieel georiënteerde opleidingen beschikken vaak over de kennis om deze mensen te helpen, maar hun carrièrepatroon is gericht op een baan in het bank- of verzekeringswezen. Maatschappelijk geschoolde studenten ontbeert het vaak aan de nodige financiële kennis. Derhalve biedt deze minor beide studentgroepen een unieke kans zich te profileren en een bijdrage te leveren aan de oplossing van voornoemde problemen. Tevens draagt deze minor bij aan de kans op een baan, want ook in de financiële sector wordt met waardering gekeken naar studenten die zich op maatschappelijk vlak hebben ontwikkeld.
Doelstelling van het gehele programma-aanbod
Programma
Opzet
Het semester bestaat uit twee blokken en is opgebouwd uit 10 verschillende onderdelen/modules. De lesprogramma’s vind je terug bij elke module op deze website.
Werkvormen
Tijdens de colleges neem je zelf, als professional, een actieve rol in. We verwachten dat je sturing geeft aan je eigen leerproces en dat je een actieve, positief-kritische en lerende houding laat zien in de contacten met docenten en medestudenten. Op deze wijze kun je de leersituaties optimaal gebruiken voor de ontwikkeling van je competenties.
De docent ondersteunt je bij dit proces door de bespreking van relevante en actuele theorieën, concepten en praktijkvoorbeelden. Hij gaat met je in gesprek en geeft je feedback over je ontwikkeling, zodat je aan het eind van het semester door middel van de verschillende beroepsproducten kunt aantonen dat je de competenties Vakkundigheid, Communiceren, Klantgerichtheid, Ethisch handelen (empatisch vermogen), Interculturele sensitiviteit en Ontwikkelingsgericht handelen beheerst op het vereiste niveau. Bovendien geef je en ontvang je feedback van je medestudenten op je prestaties.
Interactieve hoor- en werkcollege
Het bespreken van cases en theorie vindt klassikaal plaats. De docent beoordeelt de oplossingen die zijn gekozen en geeft feedback. De theorie die je voorafgaand aan de colleges hebt bestudeerd, wordt hierin betrokken en verder uitgediept. De docent gaat in op vragen.
Voor het minoronderdeel “Boot” is gekozen voor de werkvorm projectuitvoering.
Er wordt een zelfstandige en kritische inbreng verwacht. De docent ondersteunt, verdiept en enthousiasmeert op basis van de vragen die de leerstof, de beroepsproducten en de cases bij je oproepen.
Bovenstaande werkwijze vereist vanzelfsprekend een gedegen voorbereiding van jouw kant. Vandaar dat een groot deel van de studiebelasting is ingeruimd voor zelfstudie.
Zelfstudie
Ter voorbereiding wordt voor iedere college geformuleerd welke onderdelen uit de voorgeschreven literatuur je dient te bestuderen en zijn eventueel ter ondersteuning hiervan oefenopgaven en enkele cases voorhanden.
Je (individuele) voorbereiding is bepalend voor het maken van de beroepsproducten en de cases tijdens de colleges.
Doel van het werken met competenties:
Gedurende de gehele opleiding werkt een student aan de ontwikkeling van zijn / haar competenties. De competentiebeschrijvingen geven richting aan deze ontwikkeling. De (gedrags)criteria kunnen worden gebruikt:
- als referentiekader voor het ontwerpen van competentiegerichte leeromgevingen. De opleiding kan het onderwijs vormgeven op basis van de gedragscriteria en de studenten hierin sturen, begeleiden en toetsen. Om de competenties te kunnen ontwikkelen, is het van belang leersituaties (opdrachten, projecten, stages, afstudeeropdrachten etc.) te bieden die studenten in staat stellen de competenties te kunnen ontwikkelen.
- als referentiekader bij toetsing en beoordeling van de competenties: De competentiebeschrijvingen zijn het referentiekader bij de competentieontwikkeling van de student. Door feedback van en beoordeling door verschillende beoordelaars en in verschillende contexten kan student sturing geven aan zijn ontwikkeling. De student krijgt gedurende 4 jaar in dezelfde bewoordingen informatie over het niveau van zijn competentieontwikkeling.
- bij het beoordelen van (eind)opdrachten en beroepsproducten aan de hand van specifieke (gedrags)criteria. De (gedrags)criteria kunnen worden vertaald naar beoordelingscriteria voor de beoordeling.
Competenties binnen de minor
Binnen de Minor Financieel Advies en Ondersteuning staan de volgende competenties centraal:
- Vakkundigheid (Onderzoekend vermogen, analytisch vermogen, conceptueel vermogen en oordeelsvorming)
- Communiceren
- Klantgerichtheid
- Ethisch handelen (empatisch vermogen)
- Interculturele sensitiviteit
- Ontwikkelingsgericht handelen
Je werkt gedurende de hele minor aan de ontwikkeling van algemene hbo-competenties.
- Bij vakkundigheid gaat het vooral om de volgende vaardigheden: onderzoekend zijn, kunnen analyseren, vanuit concepten kunnen denken en een oordeel kunnen vormen. Natuurlijk is kennis van actuele theorieën en visies daarbij onontbeerlijk.
- Bij communiceren gaat het erom dat je je relatiegericht en toegankelijk opstelt, waarbij je je steeds bewust bent van je verantwoordelijkheid naar de klant. De competenties Klantgerichtheid, Ethisch handelen en Interculturele sensitiviteit horen daar vanzelfsprekend bij.
- Bij ontwikkelingsgericht handelen staat je reflecterend én zelfregulerend vermogen centraal.
- De minor bestaat uit 10 onderdelen. In ieder onderdeel dienen competenties middels het uitvoeren van opdrachten en toetsen aangetoond te worden:
Doelstelling in relatie tot de hbo-kern kwalificaties
Steeds vaker is er tussen bevolkingsgroepen in de samenleving een kloof te signaleren op het gebied van financiële kennis en vaardigheden. De centrale overheid heeft de laatste jaren steeds vaker de verantwoordelijkheid voor het financieel reilen en zeilen op de burgers zelf afgewenteld. Denk bijvoorbeeld aan de ziektekostenverzekering die nu zelfstandig geregeld dient te worden of het aanvragen van subsidies en toelagen. Steeds meer mensen, en met name de lager geschoolden, ondervinden hierbij in toenemende mate problemen, waardoor zij onverzekerd en met hoge schulden door het leven gaan.
Studenten uit financieel georiënteerde opleidingen beschikken vaak over de kennis om deze mensen te helpen, maar hun carrièrepatroon is gericht op een baan in het bank- of verzekeringswezen. Maatschappelijk geschoolde studenten ontbeert het vaak aan de nodige financiële kennis. Derhalve biedt deze minor beide studentgroepen een unieke kans zich te profileren en een bijdrage te leveren aan de oplossing van voornoemde problemen. Tevens draagt deze minor bij aan de kans op een baan, want ook in de financiële sector wordt met waardering gekeken naar studenten die zich op maatschappelijk vlak hebben ontwikkeld.
Doelstelling van het gehele programma-aanbod
- De minor draagt bij aan verbreding en/of verdieping van de student
- De minor draagt bij aan de eindkwalificatie van de door de student gevolgde opleiding
- De minor is erop gericht studenten de theoretische en praktijkgerichte tools te geven om professioneel de informerende adviesfunctie uit te kunnen oefenen en klanten op adequate wijze te informeren en door te verwijzen bij financiële vragen.
- De minor draagt in het eerste blok bij aan de kennis en vaardigheden van studenten die noodzakelijk zijn om als adviseur binnen een BOOT te kunnen opereren. Hiertoe zal met name door kennisoverdracht en training een bijdrage worden geleverd.
- In het tweede blok wordt onderwijs aangeboden, maar studenten zullen voornamelijk in de praktijk actief zijn met het adviserend informeren van klanten, dan wel een traject te ontwikkelen dat een bijdrage levert aan een permanente wijze van informatieoverdracht op voornoemde gebieden.
Programma
Opzet
Het semester bestaat uit twee blokken en is opgebouwd uit 10 verschillende onderdelen/modules. De lesprogramma’s vind je terug bij elke module op deze website.
Werkvormen
Tijdens de colleges neem je zelf, als professional, een actieve rol in. We verwachten dat je sturing geeft aan je eigen leerproces en dat je een actieve, positief-kritische en lerende houding laat zien in de contacten met docenten en medestudenten. Op deze wijze kun je de leersituaties optimaal gebruiken voor de ontwikkeling van je competenties.
De docent ondersteunt je bij dit proces door de bespreking van relevante en actuele theorieën, concepten en praktijkvoorbeelden. Hij gaat met je in gesprek en geeft je feedback over je ontwikkeling, zodat je aan het eind van het semester door middel van de verschillende beroepsproducten kunt aantonen dat je de competenties Vakkundigheid, Communiceren, Klantgerichtheid, Ethisch handelen (empatisch vermogen), Interculturele sensitiviteit en Ontwikkelingsgericht handelen beheerst op het vereiste niveau. Bovendien geef je en ontvang je feedback van je medestudenten op je prestaties.
Interactieve hoor- en werkcollege
Het bespreken van cases en theorie vindt klassikaal plaats. De docent beoordeelt de oplossingen die zijn gekozen en geeft feedback. De theorie die je voorafgaand aan de colleges hebt bestudeerd, wordt hierin betrokken en verder uitgediept. De docent gaat in op vragen.
Voor het minoronderdeel “Boot” is gekozen voor de werkvorm projectuitvoering.
Er wordt een zelfstandige en kritische inbreng verwacht. De docent ondersteunt, verdiept en enthousiasmeert op basis van de vragen die de leerstof, de beroepsproducten en de cases bij je oproepen.
Bovenstaande werkwijze vereist vanzelfsprekend een gedegen voorbereiding van jouw kant. Vandaar dat een groot deel van de studiebelasting is ingeruimd voor zelfstudie.
Zelfstudie
Ter voorbereiding wordt voor iedere college geformuleerd welke onderdelen uit de voorgeschreven literatuur je dient te bestuderen en zijn eventueel ter ondersteuning hiervan oefenopgaven en enkele cases voorhanden.
Je (individuele) voorbereiding is bepalend voor het maken van de beroepsproducten en de cases tijdens de colleges.